Het familiebedrijf in Tilburg sprong er vorig jaar uit op de lijst van de Top 100 Logistiek Dienstverleners in Nederland. De reuzestap van plek 76 naar 48 verdiende Claassen Logistics vooral door actief aan de slag te gaan met duurzaamheid. Het pand (hoofdvestiging) dateert van 2012 en was toen al behoorlijk ver op de duurzaamheidsladder. Met de uitbreiding in 2020 ging dat nog een stapje hoger – letterlijk tot 22 meter om op weinig vierkante meters veel te kunnen doen. Tilburg is van plan nog een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen en Claassen weet al dat de eisen om daar een plek te krijgen nog veel hoger komen te liggen. “Alleen nog maar groene daken en gevels bijvoorbeeld. Benieuwd hoe dat dan moet met de zonnepanelen op het dak.”
Steeds opnieuw afspreken wat een extra ambitie is
Martin Mooij heeft daar wel een antwoord op. Hij is verbonden aan Dutch Green Building Council, een vijftienjaar oude stichting die het Britse BREEAM certificaat introduceerde in Nederland. Dat is nu de standaard voor iedereen die een duurzaam logistiek pand wil bouwen.
“De noodzaak om te verduurzamen dringt steeds meer door. De lat komt steeds hoger te liggen. We moeten steeds weer met elkaar afspreken wat we onder duurzaam verstaan, wat een extra ambitie is”, zegt Mooij, die voor het eerst deel uitmaakt van het panel, dat de Top 100 inzendingen moet beoordelen. “De mogelijkheden veranderen, de eisen ook. Nu gaat het niet alleen meer over isolatie; het energieverbruik en gasloos, maar ook over de toegepaste bouwmaterialen en over biodiversiteit rondom het pand. Wat betreft groene daken en zonnepanelen: zet ze wat hoger zodat beplanting een kans krijgt met als bijkomend voordeel dat de zonnepanelen ook minder heet worden en worden gekoeld door het groen.”
Verkeersdata vanuit de cabine real-time delen
Claassen weet dat een mooi duurzaam pand niet het enige is waar hij energie in moet steken; of liever gezegd zo weinig mogelijk. Duurzaam transport begint ook bij zijn klanten uit het midden- en kleinsegment meer en meer een issue te worden. “Dat komt vanzelf op hen en dus ook op ons af als grote verladers hun eisen aanscherpen. Het is zeker niet dat we niet willen, maar de kosten zijn lastig te verhalen bij opdrachtgevers. Dit jaar gaan we proberen of een goede business case rond kunnen krijgen.”
Met zijn bedrijf – twee sterren in het Lean & Green programma – is Claassen aangehaakt bij SmartWayz, die een project doen om data vanuit de chauffeurscabine direct door te spelen aan de overheid. Op basis daarvan kan het verkeersmanagementsysteem beter een groene golf definiëren. Dat leidt tot minder optrekken en minder remmen en dus duurzaam rijden. Met een ander project ziet Claassen kans om meer dan normaal gesproken het geval is, stroom vanuit de zonnepanelen terug te leveren aan het net, ondanks het probleem van netcongestie wat ook volgens Mooij best een belemmering aan het worden is. “Ik zie aan de andere kant wel echt hele mooie, creatieve oplossingen ontstaan tussen bedrijven die met elkaar samenwerken. Alleen kom je wat dat betreft niet ver.”
Grote dozen die eigenlijk in de weg staan
Zo langzamerhand zijn er steeds meer bedrijven, zoals Claassen, waarbij Mooij heeft ontdekt dat duurzaamheid in de genen is gaan zitten. “Dat is ook waar ik als lid van het panel op wil letten. Certificaten laten zien dat het technisch allemaal klopt. Maar duurzaamheid is meer dan het gebouw. Je kunt ook op andere manier tot een mooie prestatie komen. Naast de technische voorzieningen is er ook de menskant, hoe gaan bedrijven daar mee om, en het bedrijfsbeleid in brede zin. Wat betreft kijken we graag verder dan alleen wat voor ogen is. Iedereen kijkt naar prachtige kantoorgebouwen, ontworpen met veel duurzaamheidsaspecten. Distributiecentra zien mensen alleen van veraf, als grote dozen die eigenlijk in de weg staan. Dat kan veranderen door bijvoorbeeld het dak beter te benutten, door meer groen aan te brengen, door andere functies toe te voegen, zoals parkeren op het dak. En kijk hoe je klimaatneutraal kunt worden en zelfvoorzienend door opgewekte energie in te zetten voor elektrisch rijden. Daar kun je jezelf als bedrijf nu al op voorbereiden, want het komt er wel aan.”
'Niet redden als we behoudend blijven afwachten'
Verladers scherpen hun eisen richting logistiek dienstverleners aan. Refresco, fabrikant van sappen en frisdranken, is daar een voorbeeld van. Mischa van den Berg is verantwoordelijk voor het transport en werkt intensief met een groep van veertien transporteurs. “We gaan de komende jaren steeds meer een agenda voeren om te kijken wat we met onze logistiek dienstverleners kunnen doen. Een belangrijke opdracht die er ligt betreft het verbeteren van beladingsgraden”, zegt Van den Berg in deze podcast. “Samen zouden we wel volgende stappen moeten gaan bedenken, zoals elektrificatie bijvoorbeeld van trekkende eenheden, of waterstof en hybride. Looptijden van investeringen is daarin een belangrijk punt. Hoe ziet dat er voor de komende jaren uit?”
De jarenlange samenwerking met een vaste groep vervoerders helpt om stappen te kunnen zetten. Maar Van den Berg sluit ook niet uit, dat er een moment komt waarop het nodig is afscheid te nemen. “Je kunt uit elkaar groeien, bijvoorbeeld op het punt van data delen over tijdigheid van leveringen en over schades. Dat is informatie die je kunt opvragen, natuurlijk. Maar onze klanten willen een proactieve terugkoppeling als het problemen dreigen. Dan moet je toch anders met elkaar gaan communiceren. Zo zie ik ook dat je op het aspect duurzaamheid toch uit elkaar groeit als je ziet dat een logistiek dienstverlener daar niet in mee kan of wil. We gaan het niet redden als we heel behoudend blijven afwachten, terwijl de wereld om ons heen verandert.”