Dit alles roept de vraag op hoe de sector logistiek hiermee moet en kan omgaan. Doorgaan op dezelfde weg, met het risico haar license to operate te verliezen? Of een nieuwe weg inslaan? En hoe moet die weg er dan uitzien? In dit eerste artikel van een reeks van zeven wordt de brede context geschetst van de uitdagingen waar de logistieke sector voor staat.
Langzaam maar zeker loopt Nederland vast. De stikstofemissies zijn te hoog. Er zijn personeelstekorten. Door een overbelast energienetwerk zijn geen nieuwe energieaansluitingen mogelijk. En er is woningnood.
Het piept en het kraakt. En dan stuiten nieuwe ontwikkelingen, zoals datacenters, XXL-distributiecentra, windmolens en zonneparken, ook nog op maatschappelijke weerstand vanwege de (vermeende) negatieve effecten ervan.
Kortom: we hebben te maken met een knellende druk op de ruimte en de sector logistiek staat daarbij in de mindset van velen niet vooraan. We merken dat we iets moeten opgeven voor groei. Maar moeten we nog wel ongebreideld willen groeien? Welke keuzes hebben we? Welke afwegingen moeten we maken?
Logistiek is onmisbaar
Logistiek en distributiecentra zijn onmisbaar in ons economische systeem en voor onze welvaart. Geen enkele fabriek kan iets produceren zonder grondstoffen en halffabricaten. Geen enkele consument kan iets kopen of thuisbezorgd krijgen zonder logistiek. Zelfs de circulaire economie kan niet bestaan zonder logistiek. Immers: een kringloopeconomie vergt het weer inzamelen van ‘grondstoffen’, deze verwerken en retourneren naar producenten.
Logistiek: 'Nimby-activiteit'
Toch zijn logistiek en distributiecentra een ‘Nimby (not-in-my-backyard)-activiteit’ geworden vanwege (vermeende) negatieve effecten op de regionale economie, het landschap en de woningmarkt.
Er is een sterke roep ontstaan om een heldere integrale afweging bij de locatiekeuze voor nieuwe logistieke plekken, waarbij niet alleen economische aspecten een rol spelen.
Ondermijning concurrentiekracht
Precies daar ligt een knelpunt. Want de locaties die de logistieke sector uitkiest zijn niet inwisselbaar of toevallig. Elke locatiekeuze wordt voorafgegaan door een nauwkeurige calculatie op zoek naar het geografisch optimum, waarvandaan tegen lage kosten een hoog niveau van (logistieke) dienstverlening gerealiseerd kan worden. Afwijken van dat optimum kan tot op zekere hoogte, maar beperkt. (Te) ver ervan afwijken leidt namelijk tot een hogere CO2-footprint, hogere kosten en ondermijnt daarmee niet alleen de sector logistiek maar ook de concurrentiekracht van Nederland als handelsland en productielocatie.
Logistiek stimuleert concurrentiekracht
Vanuit de (economische) meerwaarde van logistiek en distributiecentra moet de discussie zich in onze ogen niet richten op de vraag of we logistiek en distributiecentra kunnen verbieden en/of we ons vanuit het buitenland kunnen laten beleveren. De logistiek is niet alleen een sector op zichzelf. Zij is van cruciale betekenis voor de concurrentiekracht van de sectoren die zij als dienstverlener bedient.
Kunnen we de groei stoppen?
De opname van logistiek vastgoed lag in de periode 2018 – 2021 gemiddeld op 3,7 miljoen vierkante meter per jaar en in 2021 zelfs op 4,3 miljoen vierkante meter. De logistiek vastgoedmarkt blijft groeien.
Op basis van berekeningen van Stec Groep komt er in de periode tot 2040 circa 12 tot 22 miljoen vierkante meter nieuw logistiek vastgoed bij, ofwel een groei van circa 30-50 procent. In de ruimtevraag is grootschalig vastgoed (>25.000 vierkante meter bvo) dominant, met ruim 40 procent van het totaal, al blijft de vraag naar kleine(re) locaties en hubs aan de randen van grote(re) steden bestaan.
Mondiale economie kwetsbaar
Overall zien we dat deze groeiverwachting in lijn is met de langjarig gemiddelde jaarlijkse groei, maar minder hoog is dan de afgelopen jaren.
De toekomstige groei is voor een deel te verklaren uit consumententrends (B2C) en is het gevolg van de ontwikkelingen binnen de nationale en mondiale economie. De Covid-19-pandemie, de oorlog in Oekraïne en de daarmee samenhangende verstoringen in supply chains tonen aan dat de mondiale economie kwetsbaar is.
Meer lokale productie (bijvoorbeeld door reshoring) of voorraad dicht bij de productie of consumenten in Europa leiden tot meer behoefte aan logistieke capaciteit. Verder zal de transitie naar een circulaire economie in de periode 2030-2040 een belangrijke aanjager zijn van groei van de logistieke sector. Stoppen met de groei van logistiek is daarom niet reëel.
Verzwakking concurrentiepositie
Indien logistiek niet langer gefaciliteerd wordt, staat de Nederlandse economie met 10-0 achter bij bovenstaande ontwikkelingen en verzwakt haar internationale concurrentiepositie in veel sectoren die op efficiënte logistiek zijn aangewezen.
Kunnen we groei beter regisseren?
De bezwaarmakers tegen de verdozing van het landschap hebben een punt. Er wordt veel gebouwd, de panden zijn overwegend lelijk en groot en ze verschijnen gevoelsmatig ‘overal’, waardoor de impact op het landschap alleen maar toeneemt.
Met circa 40 procent van de logistiek vastgoedvoorraad vormen Noord-Brabant en Limburg al jaren de primaire hotspotlocaties voor de logistiek.
Door schaarste in de deze hotspots zijn ook secundaire vestigingslocaties (net) hierbuiten in opmars. Denk aan: Midden-Limburg (Weert-Echt), Oss en Arnhem-Nijmegen, de A12-corridor (Lansingerland-Zoetermeer-Waddinxveen), Almere-Lelystad-Zeewolde, Zwolle en Almelo.
Kortom: het ‘waterbedeffect’ zorgt ervoor dat mensen logistiek gevoelsmatig ‘overal’ tegenkomen. Dit pleit voor een zorgvuldige afweging om logistiek te clusteren en veel aandacht te besteden aan de ‘inpassing’ in het landschap.
Waarom lijken distributiecentra zo op elkaar?
De logistieke ‘dozen’ worden gezien als lelijk. Daar zijn wij het mee eens. Dat kan veel mooier. Het is wel goed om te beseffen waarom ze eruit zien zoals ze eruit zien. Functionaliteit, flexibiliteit en kosten zijn leidend voor het ontwerp. Bij logistiek draait heel veel om kosten. Elke klant koopt zijn logistiek primair op prijs in en de concurrentie is moordend omdat er veel aanbieders zijn. Daarnaast wordt telkens opnieuw aanbesteed, waardoor flexibiliteit van een gebouw heel belangrijk is.
Dat distributiecentra veel op elkaar lijken, komt voort uit een aantal algemeen geaccepteerde standaarden, voor bijvoorbeeld afmetingen, hoogte en veiligheid. Deze standaarden maken een pand voor beleggers multifunctioneel. Als een huurcontract afloopt kunnen zij het hierdoor makkelijk aan een volgende gebruiker verhuren. Toch beseffen ook zij dat het anders moet. Daarmee lijkt er ruimte voor nieuwe concepten in de markt.
Oplossingen verdozing
Hiermee hebben we de context rondom de problematiek van verdozing geschetst. De problematiek is urgent, maar gelukkig gloort er licht aan de horizon. Er zijn verschillende oplossingen om de negatieve effecten van de verdozing tegen te gaan en zelfs om deze te veranderen in een kracht.
Inzetten op functiestapeling
In de volgende artikelen zullen wij deze uitwerken. We beginnen in artikel twee met het huidige beleid van de overheid en wat ze zou kunnen doen. In de artikelen drie, vier en vijf presenteren we drie verschillende oplossingen, te weten: het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen, inzetten op functiestapeling en –menging en veel betere landschappelijke inpassing.
Maatschappelijke meerwaarde
In het zesde artikel presenteren we de ultieme oplossing: het onzichtbaar maken van de logistiek. Artikel zeven tot slot beschrijft drie vormen van maatschappelijke meerwaarde die de logistiek kan bieden, en die ook noodzakelijk zijn om de weerstand tegen logistiek weg te nemen.