Toen Liesbeth Oudesluijs in 1986 na de middelbare school niet wist welke richting ze op wilde, kwam ze bij de meao in Velp terecht. Ze begonnen daar toen net met de richting Logistiek en dat leek haar wel leuk. Die keuze bleek een schot in de roos. “Het is volgens mij in de logistiek zo dat het vak je trekt of niet. En als het je trekt dan ga je er ook niet meer weg”, verklaart Oudesluijs. De dynamische wereld en de breedheid van het vak is wat de logistica aantrok en nog steeds aantrekt.
Wat hebben de jaren in de logistiek je
gebracht?
“Als ik terugkijk en als ik er over vertel, merk dat ik alle functies met veel plezier heb gedaan. Ik kijk terug op een werkperiode die tot nu toe heel divers en heel interessant is geweest. De verschillende functies en de verschillende bedrijven hebben me een heel brede ervaring en interesse gebracht, die ik nog steeds heb.”
Hoe kijk je naar andere generaties?
“Binnen het huidige team zijn ongeveer alle generaties vertegenwoordigd. En wat ik het mooie vind, is dat de mix van die generaties het team sterk maakt, als je open staat voor hoe de andere generaties in het leven staan. Je merkt wel echt een verschil, zonder daarbij een generatie in een hokje te willen plaatsen. Waar mijn generatie voor een groot deel in een bepaalde structuur werkt, is de volgende generatie meer van het ‘ik kijk wel even wanneer het in mijn agenda past’. Ze kijken bijvoorbeeld heel anders anders tegen werk en tegen de werk-privébalans aan. Als je die visies goed combineert, haal je denk ik veel kracht uit je team. Van de generatie na mij leer ik en zij leren weer van mijn generatie. En er zit nog een generatie boven en ook daar leer je van. Het is elkaar vinden en elkaar de ruimte geven om een plek te krijgen in de organisatie. Ik probeer die mix in het team er ook wel in te houden. Het is niet altijd makkelijk met deze arbeidsmarkt, maar ik vind het wel heel belangrijk. Je moet elkaar uitdagen. Dat maakt het afwisselend en dat maakt het ook leuk. We moeten het overigens wel voor elkaar zien te krijgen dat de nieuwe generatie de logistiek ook leuk vindt.”
Hoe krijg je dat als bedrijf voor elkaar?
“Door toch als bedrijf mee te gaan met het feit dat de nieuwe generatie flexibel ingezet wil worden en niet meer standaard vijf dagen per week wil werken. Door daar goed over na te denken en daar dan ook deels in mee te gaan, ook al levert het misschien soms wat planningsproblemen op. Als je de volgende generatie wilt triggeren om erbij te komen, moet je wel af van dat
gestructureerde schema. En door na te denken over wat je als organisatie nog meer kunt brengen voor de medewerkers, naast opleidingen, en daar mee aan de slag te gaan. Ik merk dat hier bij Odin veel jongelui komen die de idealen mooi vinden. Ze vinden het fijn om voor een organisatie te werken die over dat soort dingen nadenkt en het in z’n missie en visie heeft staan.”
Waar loop je bij andere generaties tegenaan?
Waar loop je bij andere generaties tegenaan?
“De hele dag hetzelfde doen, het repeterende werk; dat vinden de jongere generaties heel lastig. Je merkt dat ze veel verschillende dingen willen doen op een dag. En ze zijn snel afgeleid. Het doorzetten en vijf dagen in de week werken zie je eigenlijk niet zo veel meer bij deze generatie. ‘Ja, ik wil een dag voor mezelf hebben’, zeggen ze dan, maar zo ben ik niet. En toch denk ik dan, eigenlijk is het wel slim. Iedere keer hoor ik ze dat zeggen en dan denk ik; waarom doe ik dat eigenlijk niet, en zij wel? Waarom denk ik niet: het is wel een keer goed, het kan ook in vier dagen? En toch zit en krijg ik dat er bij mij nog niet in.”