De tijd dat John Donkers, hoofdlandmeter bij Heijmans, voornamelijk lopend met GPS het veld inging om zijn projecten in te meten ligt achter hem. Sinds hij ook dronepiloot is, laat hij het meetwerk steeds vaker over aan het vliegtuigje dat hij op afstand bestuurt. Doordat de bijbehorende software zich razendsnel ontwikkelt, is er steeds meer mogelijk.
Sneller en nauwkeuriger
Op dit moment voert John Donkers werkzaamheden uit bij Greenport Venlo – voorheen bekend als Klavertje 4 - waar Heijmans betrokken is bij de ontwikkeling van dit innovatieve en duurzame bedrijventerrein. Dat betekent onder andere aanleggen van ondergrondse infra, slootjes en wegen. Maar ook het ophogen en bouwrijp maken van de percelen die verkocht zijn, zodat de aannemer aan de slag kan. Het gaat bij dit project om flinke percelen: sommige hebben een afmeting van maar liefst 40 hectare. Als je die als landmeter moet inmeten ben je wel even zoet. Gelukkig biedt de drone van Heijmans uitkomst. “Als ik een gebied van die oppervlakte zonder drone in kaart moet brengen, ben ik zeker twee dagen aan het lopen. Een drone doet hetzelfde werk in anderhalf uur en is ook nog nauwkeuriger.”
Meten is weten
Als John met de hand een groot terrein inmeet, meet hij iedere 10 tot 15 meter een punt. “Een drone plaatst iedere centimeter een puntje”, legt hij uit. “Daardoor kan die veel gedetailleerder meten. Zo verzamel je tijdens een meting veel meer data.” John zet de drone in voor allerlei meetwerkzaamheden. Bijvoorbeeld om te controleren of er voldoende zand aanwezig is voor een perceel dat bouwrijp gemaakt moet worden op het Greenport Venlo bedrijventerrein. “De drone vliegt over het terrein en maakt foto’s. Met speciale software kunnen we die foto’s aan elkaar rekenen en zo een 3D-model maken dat we vergelijken met de ontwerphoogte. We kunnen daarmee precies uitrekenen hoeveel kubieke meter zand er nodig is om die hoogte te realiseren. Vervolgens controleren we in het depot of die hoeveelheid zand ook daadwerkelijk aanwezig is. Zo kom je tijdens de uitvoering niet voor verrassingen te staan.”
Alleen met certificering
Hoewel de drone veel mogelijkheden biedt, zijn er ook beperkingen en restricties, zegt John. “Je mag een drone niet overal inzetten. Rond vliegvelden zijn er zones waar je niet – of alleen onder bepaalde voorwaarden – mag vliegen, langs snelwegen is het niet toegestaan en ook voor militaire vliegbasissen zijn speciale afspraken. Als we de drone bijvoorbeeld in de buurt van Schiphol willen inzetten en daar toestemming voor krijgen, moeten we aantonen dat we gecertificeerd zijn en met twee man opereren. Eén van de twee bestuurt de drone en de ander communiceert met de luchtverkeersleider.” Naast dit soort regels is het per project afhankelijk of een drone inzetten mogelijk is en meerwaarde biedt. “Het is leuk en handig,” zegt John, “maar het brengt ook kosten met zich mee. Daarom ben je op een klein oppervlak soms voordeliger uit met de ‘ouderwetse’ manier van landmeten.”
Steeds slimmer
John denkt dat Heijmans in de toekomst nog meer gebruik van drones zal maken. Al is het alleen maar omdat de softwareontwikkelingen elkaar in rap tempo opvolgen. “Er is steeds meer slimme AI-technologie (Artificiële Intelligentie), die kunnen we in de nabije toekomst hopelijk inzetten om materialen te herkennen. Zoals wanneer je in een gebied last hebt van wildgroei van de Japanse duizendknoop en dat probleem in kaart wilt brengen, dan hoef je dat niet meer met potlood en papier te doen, maar laat je het terrein verkennen door een drone. Dit soort scantechnieken zijn op dit moment volop in ontwikkeling, de software herkent steeds meer punten en lijnen. Ik vermoed dat je een gebied over een aantal jaar heel gedetailleerd in kaart kunt brengen met een drone. De software zal dan objecten als wegmarkering, bankjes en vuilnisbakken eenvoudig registreren. Er kan nu al veel, maar ik vermoed dat dit de komende jaren nog meer een vlucht gaat nemen.” Bang dat zijn baan daarmee verdwijnt, is John niet. “Mijn taken verschuiven: ik ben steeds minder een landmeter en meer een operator.”
Dit artikel is gesponsord door Heijmans Techniek.